Victorie! Het Beleg van Alkmaar in 1573 – nog even te zien

In het souterrain van Stedelijk Museum Alkmaar is een tentoonstelling over het Beleg van Alkmaar, gebaseerd op dagboeknotities van de Alkmaarse stadsbestuurder Nanning van Foreest (1529-1592). Van Foreest was erbij in 1573, en elke avond beschreef hij uitgebreid en zakelijk de gebeurtenissen van de dag; zijn kroniek is een van de belangrijkste bronnen over het verloop van het Alkmaars beleg. In 1574 verschijnt zijn dagboek in druk, onder de titel Kort verhaal van het beleg van Alkmaar – een ooggetuigenverslag.

Beleg van Alkmaar in 1573
‘Van Alkmaar begint de Victorie’ luidt het historische gezegde. Alkmaar was de eerste Nederlandse stad die het machtige Spaanse leger tijdens de Tachtigjarige Oorlog wist te weerstaan; Naarden en Haarlem vielen in Spaanse handen. Bij de toenemende Spaanse dreiging werden de stadsmuren van Alkmaar zo goed als mogelijk verhoogd en verstevigd, en de zuidwestkant van de stad werd vlak voor het beleg uitgebreid en versterkt met bolwerken, waarop kanonnen werden geplaatst. Dit gebeurde bij de Kennemerpoort en de Clarissenpoort, nabij het Ritsevoort. De zwakke plek was de Friese Poort. Daar was de stad niet ommuurd, en dat is waar de Spaanse bestorming van de stad begon. Op 18 september 1573, 16:00 uur in de middag.

Geuzen en Spanjaarden
In Alkmaar heerste in 1573 onrust. De Spanjaarden waren in aantocht, de geuzen (vechtend voor Willem van Oranje) stonden voor de Friese Poort. Protestanten wilden aansluiting bij de Opstand van Willem van Oranje, katholieken kozen ervoor de Spaanse landsheer Filips te gehoorzamen. Veel Alkmaarders twijfelden: wie moesten ze binnenlaten, geuzen of Spanjaarden? Het werden de geuzen, op 16 juli 1573. Met machtsvertoon of vrijwillig, dat blijft onduidelijk. Zeven weken duurde het beleg van Alkmaar. De stad leed honger, verzwakte, raakte zonder munitie en buskruit – en hield stand. Na wekenlange ontberingen in de drassige Hollandse grond bliezen de Spanjaarden op 19 september de aftocht, in de stromende regen. De overwinning gaf de Nederlandse opstandelingen moed; na Alkmaar boden meer steden in Holland en Zeeland succesvol weerstand tegen de Spanjaarden. Leiden volgde op 3 oktober 1574. Het Alkmaars Ontzet luidde belangrijke historische gebeurtenissen in die uiteindelijk leidden tot het ontstaan van de onafhankelijke Republiek der Verenigde Nederlanden. En de bloeiperiode van de Gouden Eeuw.

Nog even te zien
De tentoonstelling vertelt het verhaal in etappen: Crisis in de stad (16 juli), Race tegen de klok (18-20 augustus), Stad omsingeld (25 augustus – 11 september), Schreeuw om hulp (28 augustus), Stilte voor de storm, (3-17 september) en De bestorming (18 september). In filmpjes acteren geus Jacob, katholieke boer Dirk uit Koedijk, protestantse stedelinge Cornelia en Spaanse soldaat Juan. Zij maken duidelijk voor welke keuzes en dilemma’s men stond. Brieven, passages uit het dagboek van Nanning van Foreest, schilderijen van het beleg, historische kaarten, een Spaanse trom, musketkogels, houten ruiterlansen, wapenrustingen en artillerie geven een realistisch beeld van de strijd.

Tot wanneer de tentoonstelling nog te bezoeken is, is onduidelijk. Grote kans dat het souterrain na de feestelijkheden rondom 8 oktober opnieuw wordt ingericht, en wellicht verbouwd. Patrick van Mil, directeur van Stedelijk Museum Alkmaar, vindt dat het tijd is voor verandering. Uit twee vitrines zijn diverse zilveren en koperen munten (1560 – 1600) al verwijderd – tijdelijk.

Door: Wytske Roodbergen

Stedelijk Museum Alkmaar – 450 jaar Alkmaars Ontzet

Aan het Canadaplein, bij de Grote Kerk, is sinds 2002 Stedelijk Museum Alkmaar gevestigd. Het museum is een van de oudste musea in Nederland (1875) en deelt een modern pand met de openbare bibliotheek. Er vlak naast liggen Theater De Vest en Artiance, Centrum voor de Kunsten. Geen wonder dat het Canadaplein wel ‘Cultuurplein’ wordt genoemd. Over drie verdiepingen, in verschillende zalen toont Stedelijk Museum Alkmaar oude en moderne kunst, kunstnijverheid en stadshistorie. Er is een winkel en een museumcafé, vrij te bezoeken tijdens openingstijden van het museum. In de winkel zijn ansichtkaarten te koop, boeken over kunst en geschiedenis, catalogi van tijdelijke tentoonstellingen en cadeau- en designartikelen. Het sfeervolle café met terras en zicht op het Canadaplein heeft een leuke, pas vernieuwde menukaart. Veel fair trade en lokale producten, lekkere koffie en gebak, en broodjes met ludieke namen als ‘Schilderstrio’, ‘Klaverweide’ en ‘Stilleven’.

Victorie! Het Beleg van Alkmaar in 1573 – tot najaar 2023 te zien?
“Kunst is de fluistering van de geschiedenis die boven het tumult van de tijd uit te horen is”. Het citaat op de wand boven de balie van het huidige museum is van Julian Barnes, een Britse auteur. Inderdaad klinkt in het museum de stem van het verleden. In het souterrain de stem van Alkmaar in de Gouden Eeuw (met de collectie van Caesar van Everdingen en schilderijen van Alkmaarse schilders als Jacob Cornelisz van Oostsanen, Maarten van Heemskerck, Gerard van Honthorst en Jan de Baen). Én er klinkt de stem van ooggetuige Nanning van Foreest die het verhaal van het Beleg van Alkmaar in 1573 vertelt. Hij was erbij en maakte dagelijks aantekeningen; zijn in 1574 gepubliceerde notities vormen de basis van de tentoonstelling. Hoe lang nog, is de vraag. De museumdirectie overweegt het souterrain opnieuw in te richten of zelfs te verbouwen. Op de eerste verdieping is de vaste tentoonstelling over de Bergense School, met werken van schilders als Leo Gestel, Dirk Filarski, Gerrit Willem van Blaaderen en Arnout Colnot.

Van Gogh, Cézanne en Le Fauconnier.
De zaal op de begane grond is voor tijdelijke tentoonstellingen. Op dit moment de fraaie expositie Van Gogh, Cézanne, Le Fauconnier & de Bergense School (te zien tot en met 3 september), waarmee Stedelijk Museum Alkmaar de Bergense School in een internationale context plaatst. Elke zondag is er om 14:00 uur een gratis rondleiding met gids. Een Alkmaarse die op loopafstand van het museum woont, doet de rondleiding voor de derde keer. “Telkens met een andere gids, je ziet steeds nieuwe dingen.” De belangrijkste les die ze leerde? “Ik heb geleerd hoe ik langer dan drie seconden naar een schilderij kan kijken. ‘Wat zie je, wat doet het met je, en vind je het mooi.’ Die vragen kun je jezelf stellen.” Op de tentoonstelling worden zij aan zij schilderijen van verschillende kunstenaars getoond. Zo wordt duidelijk hoe kunstenaars die later de Bergense School vormden, zich lieten inspireren door het vernieuwende werk van Vincent van Gogh, Paul Cézanne en Henri Le Fauconnier. Op overzichtstentoonstellingen uit 1905, 1990 en 1911 zagen de Hollanders een lichte, impressionistische schildertechniek die radicaal anders was dan hun Haagse School-stijl. En ze zagen andere thema’s: zelfportretten en korenschoven van Van Gogh, appels van Cézanne – ze gingen schilderen ‘in de stijl van’. Na jaren experimenteren ontstond omstreeks 1915 in Bergen de expressionistische stijl van de Bergense School.

Online collectie
De complete collectie van Stedelijk Museum Alkmaar, ruim 22.000 objecten die niet allemaal in het museum worden getoond, is online te bekijken. De zoekterm ‘Ritsevoort’ levert drie hits op: twee objecten van Brom & Wanna Apothekers, Ritsevoort, Alkmaar (een bruingekleurde glazen apothekersfles met dop en een kopie van een recept uit 1898) en een olieverfschilderij. Het is een portret van de weduwe Margaretha Splinter uit ca. 1640. Zij was initiatiefneemster en naamgeefster van het Hofje van Splinter op de hoek Ritsevoort – Lindegracht. Zoekterm ‘De Alkenaer’ levert geen treffers op.

Door: Wytske Roodbergen

Van doorloopstraat tot Alkmaarse PC Hooft

In mei verscheen een prachtig boek over de recente geschiedenis en ontwikkeling van de binnenstad van Alkmaar, Binnenstad in beweging, Alkmaar 1945-2022. Fraai vormgegeven, heerlijk leesbaar geschreven, met veel kaarten en (historisch) fotomateriaal. Auteur van dit ook nog eens zeer informatieve boek is Martin Deinum, zelfverklaard ‘stedenhistoricus’. Deinum, in het dagelijks leven als beleidsmedewerker werkzaam bij de Gemeente Purmerend, ontdekte dat er weinig is geschreven over de naoorlogse geschiedenis van Alkmaar en besloot die leemte te vullen. Hij dook in de archieven en interviewde tal van betrokkenen, van Riet Polderman, voorzitter van de bewonersvereniging van het gebied rond de Grote Kerk, en Henk de Visser, bestuurslid van de Historische Vereniging Alkmaar, tot ondernemers als Huub Köster van modezaak Köster en horecaman Willem Kaspers, die jarenlang (van 1980-2010) eigenaar was van cultuurcafé De Vestibule, aan het Ritsevoort.

Singelgarage
Modehuis Köster verhuisde in 2000 van de Langestraat naar het Ritsevoort. “Het Ritsevoort was toen nog niet de luxe winkelstraat van nu,” zegt Köster in het interview met Deinum. “Daar naartoe verhuizen was een gok. Maar we voelden ons niet meer thuis tussen de winkels in de Langestraat, en vertrokken.” Wat volgens Köster heeft bijgedragen aan de positieve ontwikkeling van het Ritsevoort, is de komst van de Singelgarage in 1998. “Met name mannen ontdekten hoe fijn het was om op loopafstand van de auto – lees: de Singelgarage – kleding te kunnen kopen, om dan zo snel mogelijk weer te vertrekken. Mannen houden niet van winkelen, van dat gedrentel door de stad,” meent Köster. Klanten kregen bij elke aankoop een parkeermunt waarmee ze het parkeergeld konden afkopen. “Service, vonden we dat.” Geleidelijk aan kwamen er op het Ritsevoort goede modezaken bij. Tegenwoordig trekken winkels als Summum en RIVS met hun fraaie etalages en stijlvolle kleding een nieuw, veelal vrouwelijk publiek.

Horeca
Ook horecaman Willem Kaspers zag het Ritsevoort opknappen. In Deinums boek vertelt hij hoe hij de straat zag veranderen van een doorloopstraat tot een winkel- en horecabestemming: een soort Alkmaarse PC Hoofstraat. “Het Ritsevoort was veertig jaar geleden een straat waar je doorheen liep om naar het winkelgebied te gaan, je ging daar niet zelf winkelen,” tekent Deinum op. “Er zaten drie cafés, best leuk, maar niet om na het winkelen daar nog eens koffie te gaan drinken.” Met zijn culturele café De Vestibule op Ritsevoort 12 heeft Kaspers veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de horeca op het Ritsevoort en in de stad. “De naam is een knipoog naar De Vest, die in 1980 net begonnen was. Ik organiseerde exposities, optredens en live muziek, dat bleek in Alkmaar een gat in de markt. Ramses Shaffy, Jules Deelder, Drs. P., Candy Dulfer, ik heb ze allemaal over de vloer gehad. Ze kwamen eten en dachten dat De Vestibule iets te maken had met De Vest. Zo ontstonden contacten.” Tegenwoordig zit in het pand van De Vestibule het populaire stadscafé Ritsz, een bruin eetcafé waar je prima kunt lunchen, borrelen en dineren.

Door Wytske Roodbergen

Uit liefde voor historische steden

“Een stadshistoricus weet alles over één stad. Ik vind de ontwikkelingsgeschiedenis van álle historische steden interessant. Vandaar de zelfgekozen titel ‘stedenhistoricus’ – meervoud.”

Geboren Alkmaarder Martin Deinum, sinds 2006 werkzaam bij de Gemeente Purmerend, is historicus en schrijver. Op 10 mei verscheen zijn boek over de recente geschiedenis en ontwikkeling van de binnenstad van Alkmaar, Binnenstad in beweging, Alkmaar 1945-2022. Fraai vormgegeven, helder en toegankelijk geschreven, met veel kaarten, illustraties en (historisch) fotomateriaal – de liefde en het enthousiasme voor het onderwerp spat van de pagina’s. Dat ervoer ook Anja Schouten, burgemeester van Alkmaar, die in het stadhuis het eerste exemplaar in ontvangst nam (oplage: 1000). Ze nam meteen twintig exemplaren af om aan haar ambtenaren en relaties te geven.

“De verhalen en interviews stimuleren tot betrokkenheid en grote inzet bij alle vernieuwingen die er aan komen,” schrijft ze in het Voorwoord. “Ik feliciteer de auteur graag met het resultaat van zijn noeste arbeid.”

Spitten in het archief
Deinum was al jong geïnteresseerd in geschiedenis. Egyptenaren, de Middeleeuwen, de 19 de eeuw en later meer specifiek historische steden. ”Tijdens kampeervakanties met mijn ouders bezochten we kleinere Duitse steden. Ik vond het geweldig interessant.” Deinum las veel, vooral geschiedenisboeken. Omdat een havodiploma geen toegang gaf tot een universitaire studie Geschiedenis, werd het de HEAO in Alkmaar. Pas later studeerde hij Algemene Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit, in modules naast een fulltime baan.
Als onderwerp voor een scriptie over een historische stad koos hij Alkmaar, zijn eigen stad. Dat was het makkelijkst, én er was veel archiefmateriaal. Toen hij ontdekte hoe weinig er was gepubliceerd over Alkmaar na de Tweede Wereldoorlog, werd de periode 1945-2020 zijn scriptieonderwerp – en in navolging daarvan, het onderwerp van zijn boek. “Dat boek bestond niet, dus besloot ik het zelf te schrijven. Ik wilde schrijven op een manier die een breed publiek aansprak. Niet in dorre, academische taal die niemand begrijpt.”

Monnikenwerk
Jarenlang zat Deinum op zijn vrije vrijdag in het Regionaal Archief Alkmaar dossiers door te spitten, geduldig en zorgvuldig als een detective. Kranten, brieven, kaarten, boeken, allemaal onderwerp van zijn onderzoek. Langzaam ontstond uit alle informatie een verhaal, een beeld. Deinum vertelt erover met een jaloersmakende vanzelfsprekendheid. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, die jarenlange toewijding en dat monnikenwerk. “Ik wilde weten hoe het zat. Er was veel materiaal
waarover nauwelijks was gepubliceerd. Voor de periode vóór de Tweede Wereldoorlog geldt het tegenovergestelde. Daarover is minder materiaal beschikbaar, en er is meer over geschreven.”
Deinum benaderde de Stichting Alkmaarse Historische Publicaties, waar men enthousiast reageerde op zijn idee voor een boek. “Het onderwerp paste in de Alkmaarse Historische Reeks (AHR), het werd Deel 21. Met name Leen Spaans, Ria de Heus en Peter Hoek hebben me geholpen met het
zoeken naar fondsen, deskundigen en inspiratie.” Uitgeverij Verloren werd benaderd voor de publicatie, Patricia Harsevoort verzorgde de prachtige opmaak.

Heldere toewijding
Deinums informatieve boek is ingedeeld in elf logische hoofdstukken, met onderwerpen als: Een binnenstad in verval, Stadsvernieuwing rond de Grote Kerk, Van Canadaplein tot Cultuurplein, Meer en meer woningen, en De Schelphoek herboren. In heldere taal, heel overzichtelijk, toegankelijk en duidelijk, schrijft Deinum over wat zich wanneer, waar en hoe in Alkmaar afspeelde, met illustraties en prachtig fotomateriaal. Hij vertelt over grootse plannen van beleidmakers, en over het dagelijks leven. Hij plaatst gebeurtenissen in een kader en schrijft bij elk hoofdstuk een samenvattende introductie. Op de binnenkant van beide kaften staan plattegronden van Alkmaar, in 1945 en in 2023 – een slimme manier om een beeld te krijgen van alle ontwikkelingen, handig om steeds
naar terug te kijken. Sfeervolle zwart-witfoto’s brengen recente geschiedenis tot leven – wie herinnert zich de auto’s in de Langestraat en op het Waagplein? – en doen beseffen hoe snel en ingrijpend de stad de laatste 75 jaar is veranderd.

Elke Alkmaarder zou dit boek moeten lezen. Om de stad Alkmaar beter te begrijpen, en om beter te kunnen meedenken over haar toekomst. Deinum heeft plannen om in de herfst te beginnen met een boek over de stadsontwikkeling van Purmerend. Ja, deze schrijver mag zich stedenhistoricus noemen. En deze stedenhistoricus is absoluut een schrijver.

Martin Deinums Binnenstad in beweging, Alkmaar 1945-2022 is online te koop, en bij boekhandels in Alkmaar.

Door Wytske Roodbergen

Vrouwen in de filosofie: Het belang van meer aandacht

In september 2023 in De Alkenaer:

De geschiedenis van de filosofie wordt gedomineerd door mannelijke denkers, maar het is belangrijk om aandacht te besteden aan vrouwen in de filosofie. Vrouwelijke filosofen zoals Mary Wollstonecraft, Simone de Beauvoir en Hannah Arendt hebben unieke ideeën en inzichten bijgedragen aan de filosofie. Hun perspectieven en bijdragen zijn van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van de filosofie. Het bevorderen van meer aandacht voor vrouwen in de filosofie zorgt voor diversiteit van perspectieven en stelt ons in staat kritisch na te denken over genderkwesties en genderongelijkheid. Daarom organiseert De Alkenaer in september een bijzondere avond gewijd aan vrouwelijke denkers, waarbij bezoekers de kans krijgen om dieper in te gaan op hun ideeën en werken. Binnenkort worden meer details vrijgegeven over de datum, sprekers en het programma van deze avond. Daarnaast zijn er boeken over vrouwelijke denkers verkrijgbaar bij De Alkenaer.

Filosofie is bij uitstek geschikt om kritisch na te denken over genderkwesties en genderongelijkheid. Door vrouwen in de filosofie te betrekken, kunnen we dieper ingaan op vragen over genderidentiteit, sociale rollen, machtsdynamieken en de impact van patriarchale structuren in onze samenleving. Vrouwelijke filosofen hebben belangrijke bijdragen geleverd aan feministische filosofie, genderstudies en deconstructie van traditionele gendernormen. Hun werk kan dienen als inspiratie en leidraad voor het bevorderen van gendergelijkheid en het onderzoeken van de vele complexe aspecten van gender.

Polsstokbriefjes

In het huidige lustrumjaar (450 jaar Alkmaars Ontzet) organiseert het Regionaal Archief Alkmaar op eerste maandagen van de maand de speciale rondleiding ‘450 jaar Ontzet’. Deze gratis rondleiding duurt ongeveer een uur en voert langs unieke topstukken die samen het verhaal vertellen van het Beleg en Ontzet van Alkmaar in 1573. Deelnemers krijgen tijdens de rondleiding een blik achter de schermen en bezoeken depots die gewoonlijk voor het publiek gesloten blijven. Én ze zien het Showdepot in Zaal 12, waar onder andere historische bouwtekeningen worden bewaard. In een grote vitrine liggen hier ook de beroemde ‘polsstokbriefjes’. Deze briefjes werden in augustus/september 1573 geschreven, vlak voordat de Spanjaarden Alkmaar belegerden op 18 september. Een ervan is gericht aan Willem van Oranje en Diederik van Sonoy. In de 17e eeuw was de polsstok een gebruikelijk vervoermiddel. Deze stok bestond uit een meterslange, stevige steel met bovenop een ijzeren punt. Iets boven de onderkant zat een zeshoekig schijfje waarmee werd voorkomen dat je wegzakte in de modder, als je ‘fierljeppend’ door de polders trok, over sloten, van dorp naar dorp. Tijdens het Beleg werd met bijzondere polsstokken brieven de stad uit gesmokkeld. Voor de zekerheid door diverse bodes, je wist immers nooit of de boodschap wel zou aankomen. Eén van de bodes was stadstimmerman Maarten Pieterszn van der Meij (overleden in 1600). Met een polsstok met holle bovenkant, onzichtbaar afgedekt met deksel met pen-en-gatverbinding met deuvels, sloop hij tijdens door de Spaanse linies en smokkelde zo een brief aan Willem van Oranje de stad uit, met gevaar voor eigen leven – in het archief staat een reproductie van de polsstok. In de holte zat een loden buisje waar net een rolletje papier in paste. De boodschap werd in minuscule lettertjes geschreven – met inkt en ganzenveer. De polsstokbriefjes meten nog geen tien bij twintig centimeter, de tekst is onvoorstelbaar secuur geschreven, met keurige letters, de regels dicht op elkaar. De boodschap is op alle bewaarde briefjes dezelfde: “Help! De Spanjaarden komen eraan. Stuur mannen! Open de sluizen! Breek de dijken door!” Maarten Pieterszn van der Meij riskeerde zijn leven en speelde een cruciale rol bij het Alkmaars Ontzet. Een bronzen standbeeld van de held – met polsstok – staat sinds 1973 op het Kerkplein, naast de Grote Kerk. Het werd gemaakt door beeldend kunstenaar Berend Ulrich. Eerder stond het beeld op de Geestersingel. Deelname aan de rondleiding in het Regionaal Archief is nog mogelijk op 3 juli, 7 augustus, 4 september en 2 oktober. Op aanvraag kan de rondleiding voor een grote(re) groep worden georganiseerd.

Door Wytske Roodbergen

Rondleiding Regionaal Archief Alkmaar

“Vanaf hier zijn pennen verboden, in de studiezaal maak je aantekeningen met potlood.” Rondleider Harry de Bles, maritiem historicus en directeur van het Nederlands Stoommachinemuseum in Medemblik, is bloedserieus. “In de leeszaal mag je schrijven zoals je wilt, je mag er zelfs een appel eten. In de studiezaal is inkt uit den boze.” 


Verleden bewaard: Ontdek het Regionaal Archief Alkmaar

Bewaren, beschermen, archiveren en beschikbaar maken, dat zijn de hoofdtaken van het Regionaal Archief Alkmaar. Het archief bevindt zich aan de Bergerweg, in het pand van de voormalige ambachtsschool, de LTS. In het pand, dat is gebouwd in neoclassicistische stijl, zitten ook een lunchroom, een expositieruimte, en de Kunstuitleen Alkmaar. In de entree herinneren een klok en een schoolbel aan vroeger tijden. De oude schoolbel inspireerde kunstenaar Stanislaw Lewkovicz tot het kunstwerk ‘Tik-Tak’ dat hij ontwierp voor de opening van de nieuwe aanbouw in 2010. Het bestaat uit een grote metalen slinger met een medaillon, die heen en weer beweegt. Op het medaillon worden beelden geprojecteerd. Terwijl de slinger de tijd weg tikt, blijven sporen van het verleden in woord en beeld bewaard in het Centrum voor Kunst & Erfgoed – de symboliek is treffend. De slinger is vanaf de Bergerweg te zien, op de eerste etage, achter glas. Wij krijgen binnen een kijkje achter de schermen. 

Rondleiding
Het Regionaal Archief Alkmaar is uitgestrekt en groot. Dertien kilometer archief, 60.000 boeken. Naast particuliere archieven (vaak schenkingen), worden er oudere archieven bewaard van gemeenten en waterschappen in Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Dijn en Waard, Heiloo, Hollands Kroon, Schagen en Texel. Globaal: van de acht gemeenten ten noorden van Alkmaar, grenzend aan het werkgebied van het Regionaal Archief Hoorn. Op de website staan digitale kaarten, genealogische bronnen en inventarissen van archieven, een beeldbank met 106.000 beelden die veelal gratis te downloaden zijn, gedigitaliseerde adresboeken, en kranten en tijdschriften. De Bles, actief lid van de Historische Vereniging Alkmaar: “Een historische zoektocht kan al thuis beginnen. Toch gaat er niets boven het fysiek ervaren van historisch erfgoed en grasduinen in een echt archief. ‘Historische sensatie’, noem ik dat.” Het Regionaal Archief biedt cursussen voor amateurhistorici: workshops huizenonderzoek en fotoherkenning, een tweedaagse kennismaking familieonderzoek en een cursus om wegwijs te raken in de wereld van archieven. Zelf onderzoek doen in de studiezaal kan van dinsdag tot en met vrijdag, reserveren is niet nodig. Toegang tot het archief is op afspraak. 

Climate control
De rondleiding is op maandag. In de lege, stille studiezaal hangen archiefmappen keurig gerangschikt in verschillende kleuren geduldig te wachten op geïnteresseerden. Het betreft doop-, huwelijk- en begraafregisters, de kerkregisters hangen aan de andere kant van de zaal, achter de pilaar – daarvoor is een andere rondleiding. Zware deuren geven toegang tot de relatief recente aanbouw met dertien depots die normaliter niet toegankelijk zijn voor het publiek. We betreden een andere wereld: 17,5 graden Celsius bij een relatieve luchtvochtigheid van 50%. “Ideale omstandigheden om boeken en papier te bewaren,” vertelt De Bles. “We beschermen materiaal tegen vuur en water, én tegen beestjes.” Dat laatste gebeurt in de Intakeruimte. Een speciaal bedrijf bestraalt het materiaal, waarna het in de Bewerkingsruimte in zuurvrije dozen wordt verpakt en gearchiveerd. Dan begint de weg naar de juiste opslaglocatie.

Op de eerste verdieping is het Showdepot. De Bles vertelt er over het Beleg van Alkmaar aan de hand van oude kaarten en brieven, en ontzenuwt een mythe over het verloop der gebeurtenissen aan de hand van briefdateringen. Bij het verhaal over de zogenaamde ‘polsstokbriefjes’ (zie verder), toont hij een heuse smokkelpolsstok – een reproductie, maar het effect is toereikend. Wat een vernuft! Een fidibus komt ter sprake, een kopie van een document, voor gezien getekend door drie makkers. Op de lange gang sieren Time Warp-foto’s de wanden: recente foto’s waarin oude opnamen van dezelfde locatie zijn geplakt, met vermelding van plaats en beide jaartallen. Het levert bijzonder beelden op van ondermeer de Kaasmarkt en het Accijnstorentje. 

Bijzonder materiaal
In de ‘Bibliotheek bijzonder materiaal’ ruikt het eindelijk zoals je verwacht in een archief: naar oude boeken. Langs een wand staan 23.000 boeken van de Alkmaarse Uitgeverij Kluitman, er zijn driehonderd boeken uit de Alkmaarse Stadslibrije, en vierhonderd boeken uit pastoorsbibliotheken. Het oudste handschrift is de Historia Biblica (ca. 1430), het zwaarste boek de indrukwekkende in leer gebonden Kanselbijbel uit de Grote Kerk Alkmaar uit 1663. Hij weegt 17 kilo. Speciaal voor onze rondleiding zijn op kussens oude boeken klaargelegd waarin wordt gerept van het Alkmaars Beleg en ontzet. Aantekeningen van Nanning van Foreest uit 1574, een boek over de 80-jarige oorlog, fictie van J. Krabbendam over Catharina Rembrandts. Papier en inkt zijn wonderwel behouden – zorgvuldig bewaren, werkt, zo blijkt. Vanzelfsprekend is aanraken en vasthouden uit den boze.

De Bles: “Voor wie meer wil weten: de rondleiding 450 jaar Alkmaars Ontzet wordt nog georganiseerd op 3 juli, 7 augustus, 4 september en 2 oktober. Ik zou zeggen, doen!” Op aanvraag kan de rondleiding voor groepen worden ingepland.

Door Wytske Roodbergen

Asresten uit 1517 onder pand naast De Alkenaer

In de nieuwsbrief Erfgoed Alkmaar van Gemeente Alkmaar (editie april 2017) wordt melding gemaakt van een bijzondere vondst aan het Ritsevoort. In
november/december 2016 verrichten de gemeentelijke archeologen een opgraving
aan het Ritsevoort 38-40, op het vrijgekomen terrein tussen modehuis Köster en het
toenmalige antiquariaat De Alkenaer. Nu is op de locatie van het archeologisch
onderzoek E-bike Store Lovens gevestigd.

Aan het Ritsevoort waren meer opgravingen geweest, maar niet eerder kon worden gegraven tot aan
de straatkant. Al op 30 cm onder het straatniveau vonden de archeologen huisresten van rond 1500,
wat bevestigt dat op deze plek, zoals men al dacht, al eerder een voorstadje was ontstaan
buiten de Kennemerpoort; het Ritsevoort lijkt een buitenwijk avant la lettre te zijn geweest.
Archeologen troffen potscherven aan uit de Romeinse tijd (0-400 na Chr.), twee waterputten
en drie veertiende-eeuwse schoenafdrukken van iemand die destijds door de modder moet
zijn gelopen – in maat 33. Het aangetroffen aardewerk (waaronder een grote kleivloer van
een huis) duidt erop dat de eerste duidelijke huizenbouw aan de straatkant van na 1450 is.

Op de roodbruin verkleurde kleivloer vonden de archeologen een laag vette zwarte roet (een
brandlaag) met daarop een pakket oranje verbrande leem van ingestorte huiswanden.
Gezien de datering van het vondstmateriaal, hoogstwaarschijnlijk sporen die het verhaal
bevestigen van de brandstichting op het Ritsevoort in 1517 door Grote Pier en zijn bende.

Door Wytske Roodbergen

Grote Pier en de brand op het Ritsevoort

In de Langestraat, de belangrijkste winkelstraat in het centrum van Alkmaar, ligt sinds
november 2016 de ‘Walk of History’. Vijftig van onder aangelichte,
transparante tegels (40×40 cm, ontworpen door Pauline Bakker) liggen verzonken in
de Langestraat, en verbeelden stap voor stap de geschiedenis van Alkmaar. De
Historische Vereniging Alkmaar (HVA) kwam met thema’s en afbeeldingen. Aan de
orde komen onderwerpen als: het ontstaan van Alkmaar, Alkmaar in de
Middeleeuwen, kloosters en kerken, de Gouden Eeuw, en recenter, kunstenaars in
de 19 e eeuw, Alkmaar in oorlogstijd, immigranten en sterren van Alkmaar.

Grote Pier
De zevende tegel gaat over Grote Pier uit het Friese Kimswerd, bij Harlingen. Deze
reusachtige Pier Gerlofs Donius – Friezen noemen hem Grûtte Pier – stierf in 1520 in
Sneek. Waarschijnlijk werd hij in 1480 geboren, in Kimswerd. Zijn moeder was van
adel, zijn vader was een rijke boer die afstamde van ridders. Pier Gerlofs was een
enorme vent. Als volwassen man was hij meer dan twee meter lang – versies
variëren van 208-214 cm – , en beresterk. Hij had brede schouders en grote
koolzwarte ogen, en hoewel zijn manieren lomp en horkerig waren, had hij een groot
rechtvaardigheidsgevoel – volgens de bronnen. Hij boezemde mensen angst in, zelfs
als hij in een goede bui was. Grote Pier was een rijke, hardwerkende boer, net als
zijn vader. Hij had een eigen boerderij in Kimswerd, waar hij woonde met zijn vrouw
Rintze Syrtsema, dochtertje Wobble en zoontje Gerloff. Zijn kalme, hardwerkende
bestaan werd wreed verstoord toen hij alles wat hij had, verloor, en tegen wil en dank
de gewelddadige Friese vrijheidsstrijder werd die voor Friezen nog steeds symbool
staat voor de Friese vrijheidsdrang – mét een enorm slagzwaard dat geen normaal
mens zelfs maar op kan tillen. Laat staan dat je er vijf man mee onthoofdt. Het
vermeende zwaard van Grote Pier hangt in het Fries Museum in Leeuwarden.
Lengte: 216 cm, gewicht: 6,6 kilo. Uit onderzoek uit 2022 bleek dat het zwaard
inderdaad uit de tijd van grote Pier stamt, en daadwerkelijk is gebruikt.

Uit op wraak
Het dorpje Kinswerd werd in 1515 geplunderd en platgebrand door soldaten van de
graaf van Holland, tevens vorst van Saksen. Ook de boerderij van Grote Pier
brandde tot aan de grond af, zijn vrouw en zoontje kwamen om in de brand.
Dochtertje Wobble overleefde en werd door haar tante onder haar hoede genomen.
Grote Pier werd verteerd door verdriet en frustratie, en zinde op wraak. Hij steunde
het beleid van de machtige graaf van Gelderland, tégen de Saksen, die zijn hele
bezit hadden verwoest en verzamelde andere boze mannen om zich heen. Ze
kwamen vooral uit buurdorp Arum. De bende vechtersbazen rondom Grote Pier werd
daarom bekend als ‘Arums Zwarte Hoop’, of gewoon ‘De Zwarte Hoop’. En zo werd
boer Grote Pier zeeman, kapitein van talloze schepen. De graaf van Gelderland
moedigde Grote Pier aan om in Holland, aan de andere kant van de Zuiderzee, te

gaan plunderen en te kapen, en de vijand te verzwakken. Van de broederschap die
er eens was tussen de Friezen en de West-Friezen was niets meer over.

Alkmaar ingenomen
Meer en meer mannen sloten zich bij zijn beweging aan, en elk schip dat werd
gekaapt, werd ingezet voor de eigen missie. De vloot groeide snel tot zo’n 25
schepen. In 1517 voer Grote Pier naar Holland, zijn leger telde inmiddels zo’n 4000
man. Wraak was zijn hoofdmotief. Woede, frustratie en vergeldingsdrang drie
andere. Grote Pier had een grondige afkeer van alles wat niet-Fries was, zelfs zijn
eigen bemanning spaarde hij niet. Wie niet op de juiste manier kon zeggen: “Bûter,
brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries” wat zoveel betekent
als: “Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen oprechte
(ware) Fries” werd overboord gegooid. Eenmaal in Holland veroverde Grote Pier met
zijn Zwarte Hoop Medemblik, en legde de stad vervolgens in de as. Hoorn liet hij
links liggen. Na en passant de kastelen Nieuwburg en Middelburg, ten oosten van
het huidige Alkmaar, te hebben ingenomen, viel hij Alkmaar binnen. De stad lag er op
dat moment niet goed bij. Ze was verzwakt na de Kaas- en Broodopstand in 1492,
waarbij boze boeren uit West-Friesland en Kennemerland in opstand kwamen tegen
stadhouder Jan van Egmont. Deze voerde een belastingverhoging, er dreigden
voedselschaarste en honger. Inwoners van Haarlem, Hoorn en Alkmaar steunden de
boeren. Nadat de opstand na een jaar werd neergeslagen, werd Alkmaar zwaar
beboet; de stadspoorten en stadsmuren werden geslecht. Zodoende lag de stad er
open en onbeschermd bij toen Grote Pier en zijn mannen naderden – de stad was
onverdedigbaar. Voor Grote Pier een enorme meevaller, van binnendringen was voor
hem en zijn leger woestelingen in feite geen sprake.


Brand op het Ritsevoort
Zeven dagen lang plunderde Grote Pier alles systematisch leeg en bij zijn vertrek
stak hij een groot deel van de stad in brand. Ook het Ritsevoort. De meeste huizen
waren nog van hout, en honderden woningen en een meelmolen in de buurt van het
Ritsevoort gingen in vlammen op – onder het pand naast De Alkenaer, Ritsevoort 38,
werden bij recent bodemonderzoek asresten aangetroffen van de brand uit 1517 (zie
onder). Een groot deel van het waardevolle oude Alkmaarse stadsarchief ging door
vernielzucht verloren. In de burgemeesterskamer lag zoveel verscheurd papier, dat
men er tot halverwege de kuiten in wegzakte. Kort na de plundering mocht Alkmaar
zich weer gaan versterken. Pas rond 1551 was het werk klaar.

Door Wytske Roodbergen

Wie woonden en werkten er eerder in De Alkenaer?

De Alkenaer is een pand met een lange historie: de meeste delen van het voorhuis gaat terug tot 1892 en het achterhuis dateert vermoedelijk van voor 1672. Wat zegt het historisch kadaster over eerdere bewoners?

In 1832 wordt het pand voor het eerst kadastraal ingemeten en vastgelegd als
perceel nummer A1112. Eigenaar is Martinus Paleari, kleermaker te Alkmaar. In
1853 verkoopt Paleari het pand aan Bregtje Molenaar, winkelierster in houtvaten. Zij
verkoopt de zaak in 1880 aan Dirk Dam, landman en winkelier in houtwaren en
touwwerk. In 1885 koopt timmerman Jacob Kluft Jr. het pand. Hij laat het pand in
1886 splitsen en herbouwt in 1892 het voorhuis. Het achterhuis blijft bestaan.

Van 1911 tot 1948 is G.W. de Munk-Kuiper de eigenaar, schilder en behanger. Hij wijzigt
in 1930 de indeling van de eerste verdieping, en de zolder van het voorhuis. In 1948
wisselt het pand weer van eigenaar. Cor Coppens begint er een winkel in sanitaire
artikelen en vervangt de pui. In navolgende jaren worden meerdere wijzigingen
aangebracht. Zo wordt de achterzijde uitgebouwd in 1967, en rond 1975 wordt een
tegelvloer geplaatst in de winkel, en een systeemplafond. In het eerste kwart van de
eenentwintigste eeuw worden de ramen geïsoleerd, en de dakpannen vervangen. Van de daaropvolgende eigenaar die het pand in 2006 kocht – een vastgoedbelegger uit Alkmaar- neemt Vincent van de Vrede het pand in 2021 over.

Over de kleine kelder onder het pand is zo goed als niets bekend: dit wordt nog onderzocht als het voorste deel van de winkel wordt verbouwd.