Grote Pier en de brand op het Ritsevoort

In de Langestraat, de belangrijkste winkelstraat in het centrum van Alkmaar, ligt sinds
november 2016 de ‘Walk of History’. Vijftig van onder aangelichte,
transparante tegels (40×40 cm, ontworpen door Pauline Bakker) liggen verzonken in
de Langestraat, en verbeelden stap voor stap de geschiedenis van Alkmaar. De
Historische Vereniging Alkmaar (HVA) kwam met thema’s en afbeeldingen. Aan de
orde komen onderwerpen als: het ontstaan van Alkmaar, Alkmaar in de
Middeleeuwen, kloosters en kerken, de Gouden Eeuw, en recenter, kunstenaars in
de 19 e eeuw, Alkmaar in oorlogstijd, immigranten en sterren van Alkmaar.

Grote Pier
De zevende tegel gaat over Grote Pier uit het Friese Kimswerd, bij Harlingen. Deze
reusachtige Pier Gerlofs Donius – Friezen noemen hem Grûtte Pier – stierf in 1520 in
Sneek. Waarschijnlijk werd hij in 1480 geboren, in Kimswerd. Zijn moeder was van
adel, zijn vader was een rijke boer die afstamde van ridders. Pier Gerlofs was een
enorme vent. Als volwassen man was hij meer dan twee meter lang – versies
variëren van 208-214 cm – , en beresterk. Hij had brede schouders en grote
koolzwarte ogen, en hoewel zijn manieren lomp en horkerig waren, had hij een groot
rechtvaardigheidsgevoel – volgens de bronnen. Hij boezemde mensen angst in, zelfs
als hij in een goede bui was. Grote Pier was een rijke, hardwerkende boer, net als
zijn vader. Hij had een eigen boerderij in Kimswerd, waar hij woonde met zijn vrouw
Rintze Syrtsema, dochtertje Wobble en zoontje Gerloff. Zijn kalme, hardwerkende
bestaan werd wreed verstoord toen hij alles wat hij had, verloor, en tegen wil en dank
de gewelddadige Friese vrijheidsstrijder werd die voor Friezen nog steeds symbool
staat voor de Friese vrijheidsdrang – mét een enorm slagzwaard dat geen normaal
mens zelfs maar op kan tillen. Laat staan dat je er vijf man mee onthoofdt. Het
vermeende zwaard van Grote Pier hangt in het Fries Museum in Leeuwarden.
Lengte: 216 cm, gewicht: 6,6 kilo. Uit onderzoek uit 2022 bleek dat het zwaard
inderdaad uit de tijd van grote Pier stamt, en daadwerkelijk is gebruikt.

Uit op wraak
Het dorpje Kinswerd werd in 1515 geplunderd en platgebrand door soldaten van de
graaf van Holland, tevens vorst van Saksen. Ook de boerderij van Grote Pier
brandde tot aan de grond af, zijn vrouw en zoontje kwamen om in de brand.
Dochtertje Wobble overleefde en werd door haar tante onder haar hoede genomen.
Grote Pier werd verteerd door verdriet en frustratie, en zinde op wraak. Hij steunde
het beleid van de machtige graaf van Gelderland, tégen de Saksen, die zijn hele
bezit hadden verwoest en verzamelde andere boze mannen om zich heen. Ze
kwamen vooral uit buurdorp Arum. De bende vechtersbazen rondom Grote Pier werd
daarom bekend als ‘Arums Zwarte Hoop’, of gewoon ‘De Zwarte Hoop’. En zo werd
boer Grote Pier zeeman, kapitein van talloze schepen. De graaf van Gelderland
moedigde Grote Pier aan om in Holland, aan de andere kant van de Zuiderzee, te

gaan plunderen en te kapen, en de vijand te verzwakken. Van de broederschap die
er eens was tussen de Friezen en de West-Friezen was niets meer over.

Alkmaar ingenomen
Meer en meer mannen sloten zich bij zijn beweging aan, en elk schip dat werd
gekaapt, werd ingezet voor de eigen missie. De vloot groeide snel tot zo’n 25
schepen. In 1517 voer Grote Pier naar Holland, zijn leger telde inmiddels zo’n 4000
man. Wraak was zijn hoofdmotief. Woede, frustratie en vergeldingsdrang drie
andere. Grote Pier had een grondige afkeer van alles wat niet-Fries was, zelfs zijn
eigen bemanning spaarde hij niet. Wie niet op de juiste manier kon zeggen: “Bûter,
brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries” wat zoveel betekent
als: “Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen oprechte
(ware) Fries” werd overboord gegooid. Eenmaal in Holland veroverde Grote Pier met
zijn Zwarte Hoop Medemblik, en legde de stad vervolgens in de as. Hoorn liet hij
links liggen. Na en passant de kastelen Nieuwburg en Middelburg, ten oosten van
het huidige Alkmaar, te hebben ingenomen, viel hij Alkmaar binnen. De stad lag er op
dat moment niet goed bij. Ze was verzwakt na de Kaas- en Broodopstand in 1492,
waarbij boze boeren uit West-Friesland en Kennemerland in opstand kwamen tegen
stadhouder Jan van Egmont. Deze voerde een belastingverhoging, er dreigden
voedselschaarste en honger. Inwoners van Haarlem, Hoorn en Alkmaar steunden de
boeren. Nadat de opstand na een jaar werd neergeslagen, werd Alkmaar zwaar
beboet; de stadspoorten en stadsmuren werden geslecht. Zodoende lag de stad er
open en onbeschermd bij toen Grote Pier en zijn mannen naderden – de stad was
onverdedigbaar. Voor Grote Pier een enorme meevaller, van binnendringen was voor
hem en zijn leger woestelingen in feite geen sprake.


Brand op het Ritsevoort
Zeven dagen lang plunderde Grote Pier alles systematisch leeg en bij zijn vertrek
stak hij een groot deel van de stad in brand. Ook het Ritsevoort. De meeste huizen
waren nog van hout, en honderden woningen en een meelmolen in de buurt van het
Ritsevoort gingen in vlammen op – onder het pand naast De Alkenaer, Ritsevoort 38,
werden bij recent bodemonderzoek asresten aangetroffen van de brand uit 1517 (zie
onder). Een groot deel van het waardevolle oude Alkmaarse stadsarchief ging door
vernielzucht verloren. In de burgemeesterskamer lag zoveel verscheurd papier, dat
men er tot halverwege de kuiten in wegzakte. Kort na de plundering mocht Alkmaar
zich weer gaan versterken. Pas rond 1551 was het werk klaar.

Door Wytske Roodbergen