Het krochtje

Aan hoe mijn liefde voor boeken is ontstaan, wijd ik een miniserie de komende weken.

Vandaag breng ik een korte ode aan een bijzondere boekenschatkamer, die voor mij altijd bekend zal staan als ‘het krochtje’, al bestaat het al lang niet meer. Ik was net veertien en kwam graag bij mijn oom Erik, die al zijn hele leven aan de Laan van Meerdervoort woonde. Bovenin het herenhuis was zijn werkkamer, waar we soms thee dronken. Het was een tot de verbeelding sprekende plek uit een lang vervlogen Den Haag: overal boeken, waar je maar keek, zorgvuldig geconserveerd. In het midden een antiek bureau met stapels boeken en paperassen. Foto’s uit voor mij toen oeroude tijden, zoals van een oom van mijn oom, die begin twintigste eeuw archeoloog was en trots bij de Vesuvius stond – en die een flamboyante hoofdrol vervulde in de verhalen van mijn oom. Een soort Indiana Jones avant-la-lettre met grote kennis over de Oudheid. Het licht betrad hier maar spaarzaam de ruimte, deze herenkamer die tientallen jaren onveranderd leek was welhaast een privémuseum, temeer omdat mijn oom bijzonder netjes met zijn boeken omging.

Oom Erik had zoveel boeken, dat hij met mijn tante de afspraak had om niet meer dan een meter nieuwe boeken per jaar te kopen, simpelweg omdat dit niet meer in het huis paste. Dat werd natuurlijk niet nagemeten, het ging meer om het idee. Overal waar je keek waren boeken, een paradijs natuurlijk! Ik ging dikwijls mee met hem op boekenjacht. Dat deden we enkele keren per jaar in de Kloosterkerk, waar een boekenmarkt werd gehouden.

Maar er was nog een bijzonder plekje waar we kwamen en dat ik door oom Erik leerde kennen. Dat was Antiquariaat Leest aan de Frederik Hendriklaan in Den Haag (kortom “de Fred” voor Hagenaars). Het werd ‘t eerste antiquariaat waar ik geregeld kwam als tiener en waar ik mijn zakgeld aan boeken besteedde. Maar Leest had ook een kleine kelderruimte die vol met boeken stond. En die leerde ik pas kennen door een Sinterklaasgedicht van mijn oom, dat als volgt ging:

Sinterklaas maakte een tochtje,

Naar een hulkje, naar een krochtje,

Langs een trapje, langs een bochtje,

Kwam hij onderin het krochtje…

Het krochtje als term voor een verborgen boekenschatkamer was geboren! En niet alleen het boek dat bij dit Sinterklaasgedicht hoorde, kwam er vandaan, maar vele andere ook werden opgediept uit die kelder. Mijn oom en ik wisten er altijd wel voor ons mooie boeken te vinden en wat het extra de moeite waard maakte, leek wel die bochtige trap die je af moest, uitkijkend niet te vallen, helemaal naar beneden…alsof die fysieke inspanning die gedolven schatten waardevoller maakte dan wanneer je ze buiten uit de 1-euro-bak had meegenomen.

Hoe internet het antiquariaat veranderde

Zo midden jaren negentig ging Antiqbook.nl online, een van de eerste sites waarop je via internet tweedehands en antiquarische boeken kon kopen. Oprichter Piet Wesselman – helaas alweer enkele jaren overleden- vertelde vroeger weleens hoe snel het in het begin liep: er waren nog maar weinig antiquaren online en de boeken gingen als warme broodjes over de toonbank.

In de loop der jaren ontdekte een groeiende groep boekenliefhebbers internet als kanaal om hun boeken te kopen en sinds de komst van Boekwinkeltjes begin jaren 2000, ook te verkopen. Aanvankelijk werd Boekwinkeltjes nog meewarig aangekeken door de meeste antiquaren: die naam, dat klonk toch niet serieus? Maar de omzet loog niet, en uiteindelijk gingen de meeste overstag. Vooraanstaande antiquaren deden dat eerst nog onder een schuilnaam, tot de site helemaal ingeburgerd was en het voor vele boekenliefhebbers fijne en onmisbare portaal werd voor tweedehands boeken.

Maar ergens rond 2007 – als ik het me goed herinner- begon ook Bol.com met de verkoop van tweedehands boeken. De Alkenaer hoorde tot het eerste handjevol antiquariaten dat werd gevraagd te pionieren, wat we deden. Het verkocht aanvankelijk goed, tot steeds meer handelaren aansloten en er meer concurrentie kwam. En een nieuwe ontwikkeling deed zich voor. Zo vanaf 2012 begon Catawiki met online boekenveilingen: ook dat schudde het antiquarische boekenlandschap flink op. Toen wij in ons blad Boekenpost de eerste advertenties voor Catawiki plaatsten, konden we niet bevroeden hoe groot dit platform zou worden.

Vandaag de dag is er een breed online aanbod aan tweedehands boeken – los van de hierboven genoemde kanalen wordt er ook veel aangeboden via bijvoorbeeld Marktplaats. Bijna dertig jaar verkoop van tweedehands boeken online heeft een enorme impact gehad op het antiquariaat. Allereerst voor de fysieke winkels: die zijn door de jaren heen sterk in aantal afgenomen, omdat er veel meer online te koop was. Winkels sloten of gingen online door. Het winkelbezoek nam af, in navolging van een brede trend in de retail.

Verder had het ook gevolgen voor het prijsbeleid: nu veel makkelijker in te schatten was wat een boek in de markt opbrengt, trad een nivellerend effect op voor de meer voorkomende boeken en een misschien wel prijsopdrijvende trend voor de echt zeldzame boeken en unica. Alhoewel die vaak toch al via het veilingwezen werden verkocht, waar prijzen meestal goed werden gedocumenteerd.

De opkomst van kringloopwinkels vormden overigens ook een bepaalde concurrentie: hier worden de boeken vaak goedkoper aangeboden dan in de nog weinige resterende antiquariaten. Ook de boekmarkten en beurzen staan al jaren onder druk. Dat merkte ik in de laatste jaren als voorzitter van de Bond van Handelaren in Oude Boeken (BOB).

Twintig jaar geleden waren er nog iets van vijf, zes fysieke winkels in Alkmaar voor tweedehands boeken. Anno 2023 is De Alkenaer de enige nog met een open winkel, toch een treurige trend. Het internet is een onmisbaar onderdeel van de omzet geworden. Benieuwd wat de toekomst zal brengen – voorlopig hopen we nog lang door te kunnen gaan!

Vincent van de Vrede

De gemiste kans

Antiquaar Jan Oyevaar zag unieke kunstserie in de container verdwijnen.
‘Zulke mooie nummers zomaar weggegooid. Dat is het ergste’.

Voor veel liefhebbers van bouwkunde is de tijdschriftenserie Wendingen een begrip. Deze verscheen van 1918 tot 1931 en vormde een belangrijk podium voor de Amsterdamse school, een beroemde stroming in kunst en architectuur uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Veel van de 118 nummers die verschenen zijn, vormen gewilde verzamelobjecten. Voor antiquaar Jan Oyevaar (84) was het dan ook even slikken toen hij op een haar na een vrijwel complete set misliep…

Het is alweer een aantal jaar geleden. Er loopt een kennis mijn winkel binnen en zegt: “Jan, ik heb misschien iets voor jou! Verderop staat een container bij een huis en daar liggen tientallen nummers van het blad Wendingen in. Ze zien er nog gaaf uit en lijken wel zo uit de kast geplukt en in de bak gegooid. Ze zijn daar nog volop bezig met het huis uitruimen en dit ligt zomaar in de bak. Misschien iets voor jou?” Ik vroeg wat door en het bleek te gaan om een van de duurdere buurten van Alkmaar, waar men een groot huis aan het leegruimen was. Bij het horen van de naam Wendingen ging er meteen een belletje rinkelen bij mij, maar de winkel was vol en ik kon niet meteen weg. De kennis was op doortocht naar het station en kon ook niet even terug om ze uit de container te vissen voor mij. Een uur of anderhalf later lukte het me om even weg te glippen en ik sprong op de fiets. Ach, dat zal wel zo’n vaart niet lopen, dacht ik. Om zo’n container op te takelen en weg te rijden, daar is een vrachtwagen wel even mee bezig. En die zou vast pas de volgende dag komen. Nou, mooi niet. Ik kwam aan bij het huis en daar stond een volledig lege container. Kennelijk was dus in de tussentijd net de oude weggebracht en een nieuwe neergezet. Men was volop bezig bij het huis, dat van een architect bleek te zijn geweest.

Toen ik terug naar de winkel fietste, had ik toch wel even zo’n gevoel van: hè, balen! Achteraf denk je natuurlijk bij jezelf, was ik er maar meteen heen gegaan.
De kennis beschreef het in feite als een gave en complete set, al weet je nooit of dat ook zo was. Het waren er in elk geval veel en het heeft er alle schijn van dat ze zo uit de kast in de bak gekieperd zijn, terwijl de opruimers van het huis geen benul hebben gehad van de waarde. Ze zullen het wel voor oud papier hebben aangezien. Een enkele keer heb ik een nummer van Wendingen in mijn winkel gehad. Altijd weer goed verkocht. Het is een serie die veel heeft betekend voor de Nederlandse kunst en architectuur.
Veel beroemde en opkomende kunstenaars en architecten maakten er hun opwachting in. Namen als Jan Toorop, Hildo Krop, Jan Sluijters, Henk Berlage, John Rädecker komen

bij me op. En wat Wendingen zo geliefd maakte, waren ongetwijfeld de geweldige covers. Elke editie had een uniek ontwerp.


Toen de kennis later weer langsreed bij de winkel, hebben we er onder het genot van een kopje koffie nog wel even over kunnen lachen. “Zul je net zien”, verzuchtte hij. “Hoe is het mogelijk dat die container nét op dat moment meegenomen werd!” Ach ja. Het is gebeurd. Het idee dat zulke mooie tijdschriften zomaar weggegooid zijn, dat is wel het ergste. Misschien nog meer dan dat ik zelf mooie handelswaar ben misgelopen. Maar dat hoort nu eenmaal bij het vak en het leven!’

Wendingen, een legendarische serie
Veel bekende kunstenaars en architecten maakten hun opwachting in Wendingen.

Sommige nummers zijn helemaal aan één onderwerp gewijd en zijn zodoende echte collector’s items geworden. Zoals nummers 11 en 12 uit 1920, die geheel

gewijd zijn aan het ontwerp dat architect Berlage maakte voor het Gemeentemuseum in Den

Haag. Er komen nog veel losse nummers voor in de handel, maar een complete set is vrij

zeldzaam en kan zomaar 30.000 euro opbrengen. Laat staan dat u deze zomaar in een container ziet liggen…