Tijdstip: een zonnige zondagmiddag, 16:00 uur. Locatie: De Alkenaer. Gelegenheid: een optreden van schrijver Adriaan van Dis. Na maanden hard werken is de zaal achter het antiquariaat van Jan Ooijevaar in een dusdanige staat dat er een bijeenkomst kon worden georganiseerd. Al is de verbouwing nog niet voltooid, en steken hier en daar elektradraden uit de wand en moet het plafond nog worden geschilderd, de beoogde intieme sfeer zit er al helemaal in. Hoge boekenkasten langs de wand, zwartwit foto’s, een groot podium, veel vrijwilligers, sympathieke mensen, interessante uitwisselingen en lekkere koffie met taart. Het culturele podium en leescafé dat men hier voor ogen heeft, zien we helemaal zitten.
Ritsevoort in de lift
De lezing van Van Dis is uitverkocht. Tachtig, negentig man komt eropaf, veelal Alkmaarders. Via de unieke entree van De Alkenaer – je loopt naar de zaal tussen tot de nok gevulde boekenrekken – bereiken bezoekers de zaal, waar gehuurde klapstoeltjes van ’t Hekeltje staan opgesteld. Het is een beetje improviseren, op termijn wordt het comfort groter, vanzelfsprekend. Vrijwilliger Fons heet bezoekers hartelijk welkom, twee andere vriendelijke vrijwilligers bemannen de bar. “De Alkenaer is een aanwinst voor de stad,” zegt een enthousiaste bezoekster, voor aanvang. Ze woont al jaren in Alkmaar en heeft de buurt zien veranderen. “Het Ritsevoort zit al een poos in de lift, met mooie nieuwe winkels en leuke initiatieven. Het is toch een beetje de P.C. Hooftstraat van Alkmaar. Een cultureel podium is de kers op de taart.”
Van Dis – omarm het ongemak
Tegen een achtergrond met daarop diagonaal het logo van De Alkenaer, gaat Bert de Raaf in gesprek met Adriaan van Dis. Jan Oyevaar houdt een inleiding. Het thema van de bijeenkomst, ‘Vrijheid’, krijgt vooral betekenis in relatie tot tegenhanger ‘Onvrijheid’. Van Dis spreekt over slavernij, erfschuld en slachtofferschap, en over klimaatverandering, immigratie en mondiale onzekerheid. Hij leest voor uit Indische duinen en benoemt het belang van literatuur. “Vrijheid is een lastig begrip,” zegt Van Dis. “Ik heb het liever over welwillendheid. Momenteel hebben we te maken met een veranderende wereld. De oude wereld verdwijnt en dat maakt onzeker en angstig, en boos. Dat is nodig; zonder radicaliteit geen verandering. Die verandering is onomkeerbaar, en onontkoombaar. Je móet erin mee, ermee leren omgaan. Het enige wat je kunt doen, is je zo goed mogelijk voorbereiden. Door je te informeren. Door te praten en je open te stellen voor beschadigde, gewonde anderen. Het beste wat je kunt doen, is het ongemak omarmen. En lezen. Want een boek harnast je voor het leven.
Verplaatsingskunst
In onze snel veranderende wereld klinken steeds luider gekleurde stemmen. Denk aan de roep om spijtbetuigingen uit Suriname en Indonesië, en de Black Lives Matter-beweging. Die staat op de schouders van Mark Twain, de auteur die als eerste een zwarte hoofdpersoon opvoerde. Literatuur kan de wereld veranderen. De ‘blanke’ Westerse literatuur krijgt meer kleur nu we ook kennis nemen van Indiase schrijvers als Amitav Gosh, met zijn roman De vloek van de nootmuskaat. Of Wij slaven van Suriname van de Surinaamse auteur Anton De Kom. Het koloniale verleden laat zich horen, en dat wekt vragen op over de Nederlandse identiteit, om herijking. “Alles draait om begrip,” meent Van Dis. “Slavernij maakt onzeker, nabestaanden zijn erfelijk belast met de vernederingen. Ze zijn woedend, uit op wraak.” Van Dis verzet zich tegen slachtofferschap. “Het gaat over zelfrespect. Dat moet ieder voor zich doen.” Al jarenlang bezoekt Van Dis scholen om met leerlingen te praten over boeken. Hij leert ze dat je je wereld groter kunt maken met een boek. “Geen medium zo geschikt om je inlevingsvermogen te vergroten, en je blik op de wereld te verruimen. Je leert je in een ander te verplaatsen, en hem of haar te begrijpen. ‘Verplaatsingskunst’, noem ik dat.”
Vragen
Na de pauze beantwoordt Van Dis vragen uit het publiek. Over de bredere rol van spiritualiteit, over wat hij vindt van het werk van Hella Haasse – ‘saai!’ – , over hoe hij terugkijkt op een oud interview met W.F. Hermans – ‘We hebben het nadien meteen bijgelegd’–, over ChatGTP – ‘Interessant instrument voor taalanalyse’ – en over de kwestie of je iemand mag vragen waar hij of zij vandaan komt. “Het gaat om de intentie. Warme betrokkenheid is altijd goed. Probeer je ook te realiseren dat diegene die vraag misschien wel zes keer per dag krijgt. En dat dat vermoeiend is. En best lastig.” Op de vraag of Van Dis zich na al zijn omzwervingen thuis voelt in Nederland, antwoordt hij: “Ik voel me thuis in de taal. En ja, dit is mijn land.” En of hij een geëngageerde schrijver is? “Een schrijver heeft maar een taak: goede zinnen schrijven.”
Na een boeiende, leerzame middag bedankt De Raaf Adriaan van Dis, en sluit af met de toepasselijke woorden: “Zeg het voort en voel u welkom!”
Door: Wytske Roodbergen