In Duitsland moesten steeds meer arbeidsplaatsen worden opgevuld, want miljoenen Duitsers werden gemobiliseerd om de gesneuvelde soldaten aan het front te vervangen. In Nederland werd ‘Nederlandse Arbeidsdienst’ ingesteld. Jonge mannen moesten voor deze dienst hun ‘arbeidsdienstplicht’ vervullen. Steeds meer mannen werden gedwongen zich te melden voor de ‘Arbeitseinsatz’, maar ook steeds meer mannen doken onder. Daarom volgden er razzia’s om onderduikers op te pakken en af te voeren naar Duitsland. Uiteindelijk zijn ongeveer 500.000 jonge, Nederlandse mannen te werk gesteld. Meer dan 30.000 keerden niet meer terug…
Op het plegen van verzet tegen de Duitsers stonden strenge straffen. Verzetsstrijders werden vaak zonder proces gevangen gezet, gemarteld of geëxecuteerd. Sommigen werden naar gevangenkampen in het oosten gestuurd. Hier waren de leefomstandigheden zeer slecht en de overlevingskansen bijna nnihil.
In januari 1945 probeerde in Oost-Pruisen een konvooi vrachtwagens met Duitse vluchtelingen uit handen van de Russische troepen te blijven. Oom Arie van der Knaap (1920, Rozenburg) was een van de chauffeurs, hij was door de Organisation Todt (O.T., een in Nazi-Duitsland op militaire leest geschoeide bouworganisatie) in mei 1943 als dwangarbeider naar Estland gestuurd. In de omgeving van Allenstein kreeg hij een lekke band. Botte bandenpech in de vrieskou. ‘Rijden jullie maar door’, zei hij tegen de konvooileider, ‘ik ben zo klaar’. Het was het allerlaatste wat er werd vernomen van Arie, want Arie keerde niet meer terug.
Oom Bertus de Raaf (1924, Emmercompascuum) vervulde een actieve rol in het verzet en moest om die reden later onderduiken. Op 2 juni 1944 werd hij opgepakt en opgesloten in de gevangenis in Assen. Enkele dagen later werd hij overgebracht naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort en daar te werk gesteld. Daar maakte hij onder meer de beruchte kampbeul Kotälla mee. Het regiem was heftig en volstrekt willekeurig, het werk was zwaar en de dagen lang, getuige een illegale brief die hij het kamp wist uit te smokkelen. Op 11 september 1944 werd hij op transport gesteld naar het concentratiekamp Neuengamme. Van daaruit werd hij op 1 oktober 1944 overgeplaatst naar het buitenkamp Lerbeck in Porta Westfalica, Na slechts 10 weken stierf hij op 10 december 1944.
Schrijver/journalist Arie Bergwerff en Bertus de Raaf van De Alkenaer zijn beiden vernoemd naar hun vermiste oom en hebben zich lange tijd – zonder dit van elkaar te weten – ingespannen om duidelijkheid te krijgen over het lot van deze mannen. De vermissingen hebben zware wissels getrokken in de families, waar ook de tweede generatie de gevolgen van heeft moeten ondervinden. Schuld, vergeving, oude familiepijn.
Over de afloop van hun uitzonderlijke inspanningen (met wisselend succes) en de impact van deze dramatische gebeurtenissen geven zij op vrijdag 3 mei een presentatie en gaan zij in gesprek met de zaal.
‘De Oom in het Fotolijstje’ is de titel van het boek, geschreven door Arie Bergwerff, dat verscheen in februari 2024.
Ook De Eerste Bergensche Boekhandel is aanwezig tijdens dit evenement met het boek ‘De Oom in het Fotolijstje’. In de pauze is er een signeersessie.
€ 12,50
(incl. stadsrondleiding WOII)