Museum De Alkenaer – het begin

Vanaf september organiseren wij kleine tentoonstellingen met erfgoed (bodemvondsten, documenten en meer) uit voorbij eeuwen over hoe in het verleden werd gewerkt en geleefd in Alkmaar, met als vertrekpunt het Ritsevoort. Een vleugje museum dus bij De Alkenaer vanaf dit najaar! In aanloop hiernaar publiceert onze redactrice Wytske Roodbergen wekelijks artikelen over de bijzondere geschiedenis van Alkmaar. En we beginnen bij…

Het begin
Het samengestelde woonwinkelpand op Ritsevoort 34/36, de laatste decennia het vaste adres voor liefhebbers van antieke boeken, is een eeuwenoud pand van cultuurhistorische waarde. De geschiedenis is rijk en gevarieerd, en het pand wisselde talloze malen van eigenaar. De huidige eigenaar, Vincent van de Vrede, voegt daar met de ontwikkeling van antiquariaat De Alkenaer tot cultuurpodium, een nieuw hoofdstuk aan toe.

Het pand op Ritsevoort 34-36 staat sinds 1992 ingeschreven als gemeentelijk monument, als ‘Pand in neorenaissance stijl’ met monumentnummer 2615. In de loop der tijd werd het aangeduid met verschillende adressen: Wijk A-321, Ritsevoort 29-29A en Ritsevoort 44. Het pand is drie verdiepingen hoog, met een imposante gevel en authentieke houten winkelpui. Het bestaat uit een voor-  en een achterhuis, en een aangrenzende steeg aan de noordzijde. De bovenverdieping werd gebruikt als woonhuis. De huidige gevel dateert uit 1892 – het jaartal is ingemetseld in de bakstenen gevel. De huidige pui dateert uit 1948, blijkt uit gemeentedocumenten.

Ontstaansgeschiedenis
Alkmaar ontstond in de tiende eeuw, op de uitlopers van een lange strandwal. Gestaag breidt de nederzetting zich in de loop der eeuwen uit: dankzij de strategische ligging aan het water ontwikkelt Alkmaar zich tot handelscentrum. In de twaalfde eeuw begint men dijken aan te leggen, en als Alkmaar in 1254 stadsrechten verwerft, wordt gestart met het bouwen van vestingwerken. Al in de zestiende eeuw was de Ritsevoort een belangrijke straat, met aan beide zijden bebouwing. De weg liep van de Kennemerpoort, de stadspoort aan de westzijde van Alkmaar, in het verlengde van de Kennemerstraatweg, tot de Oudegracht. Dat is nu nog net zo. Alleen is de poort verdwenen, en lopen we de binnenstad nu via een brug over de Singel binnen. Nog steeds via de Ritsevoort, tegenwoordig een fijne winkelstraat. Al in de zestiende eeuw bood de Ritsevoort eenvoudig toegang tot de Grote Kerk, de diverse kloosters, de binnenstad en de markt. Logisch dus, dat de straat van oudsher een gewilde plek was. In 1573, toen de Spanjaarden tevergeefs probeerden Alkmaar in te nemen – dit jaar op 8 oktober exact 450 jaar geleden – lag de Ritsevoort net binnen de stadsmuren. Tot die tijd hield de stadsomwalling op bij de Lindegracht-Oudegracht. De Ritsevoort werd zo beschermd tegen de aanstormende Spanjaarden Percelen waren er diep, langgerekt en smal. Op een kaart uit 1670 is het pand op Ritsevoort 34-36 ingetekend als een tweelaags diephuis, met zadeldak dat haaks op de straat is georiënteerd. In de zestiende en zeventiende eeuw waren trapgevels in de mode, vanaf ca 1750 werd de halsgevel populair. Op een ansichtkaart uit ca. 1850 is te zien dat ‘ons’ pand een eenvoudige gemetselde klokgevel heeft – door de eeuwen heen veranderde het uiterlijk. Vlakbij het levendige buitenwijkje werd in 1769 een korenmolen gebouwd op de stadsomwalling, het bolwerk.

Bouwhistorische verkenning
Begin 2022 liet Vincent van de Vrede een bouwhistorische verkenning van het voorhuis uitvoeren door bouwkundig adviesbureau Finishing Dutch uit Alkmaar. Deze verkenning behelst een uitgebreid literatuuronderzoek en – voor zoverre mogelijk, en niet gehinderd door boekenkasten, systeemplafonds en voorzetwanden – een onderzoek in situ. Gemeente Alkmaar stelt een dergelijk onderzoek verplicht, in verband met mogelijke verbouwplannen. En hoe kostbaar en bewerkelijk ook, het levert waardevolle informatie op – en een helder overzicht van de bestaansgeschiedenis. Architect en onderzoeker ir. Gertrud Topper concludeert in het waardestellingsonderzoek dat de zijmuren van het hele pand, en de tussenwand op de eerste verdieping een hoge monumentwaarde hebben. De huidige winkelpui heeft slechts een positieve monumentwaarde.

Lisenen en segmentbogen
Topper beschrijft de gaaf bewaarde de symmetrische voorgevel als ‘een tweelaagse, afgeplatte getrapte topgevel waarvan de gemetselde gevel boven de pui is uitgevoerd in neorenaissancestijl’, een stijl die gangbaar was van 1875-1900. Toppers rapport staat vol bouwkundig en kunsthistorisch jargon, dat voor een leek klinkt als poëzie. Zo schrijft ze over mozaïek in ‘boogvelden’, over ‘klauwstukken’ en een ‘uitkragende erker’. Ze beschrijft ‘florale decoratie in hoog reliëf’, ‘geprofileerde consoles’, ‘aanzet- en sluitstenen’, en benoemt iets mysterieus als: ‘sluitstenen gedecoreerd met gebouchardeerd vlak’. Staand voor het pand van De Alkenaer, met de blik omhoog, is er na lezing zoveel meer te zien. Of beter: te benoemen: ineens kun je woorden geven aan wat je ziet. ‘Lisenen’, bijvoorbeeld, zijn de verticale, iets uitstekende stroken gemetseld baksteen die de ramen op de eerste verdieping flankeren. Ze hebben geen voet, geen kopstuk en geen bouwkundige functie; ze zijn puur bedoeld als decoratie. Op Ritsevoort 34-36 zijn er stenen met afbeeldingen van hoofdjes in reliëf in deze lisenen gemetseld. Ook aan beide zijden van het zolderraam bevinden zich lisenen. Hier vormt de bovenkant het sluitstuk van een segmentboog, en ‘ondersteunt’ zo de zolderverdieping. Typerend voor de gevel van De Alkenaer zijn de vier trapsgewijze geplaatste kegelvormige ornamenten – én de vaas bovenop. Ze zijn van beton. Dat deze relatief kwetsbare objecten na 130 jaar weer en wind, oorlog en bliksem nog intact zijn, is bijzonder. Over een pand met cultuurhistorische waarde is veel te vertellen, net als over de Ritsevoort. Verschillende historici hebben zich met dit onderwerp beziggehouden. In een volgend bericht laten we één van hen aan het woord – om te beginnen.