Door Wytske Roodbergen
“Ik heb het leukste beroep dat er is,” zegt Christi Klinkert, conservator van de stadscollectie van het Stedelijk Museum Alkmaar. “Elke dag ben ik bezig met mooie, bijzondere voorwerpen, en denk ik met collega’s na over hoe die te presenteren aan het publiek.” Klinkert studeerde Vergelijkende Cultuurwetenschappen in Amsterdam, met als kernvak Kunstgeschiedenis. Haar promotieonderzoek betrof prentjes in 16e eeuwse kranten, waarin beeld centraal staat. Sinds 2009 werkt ze bij het Stedelijk Museum, waar ze in 2012 hielp bij het ontwerp van de twee huidige vaste tentoonstellingen in het souterrain (Victorie! Het Beleg van Alkmaar in 1573 en de Gouden Eeuw van Alkmaar). Toentertijd was de vormgeving met videobeelden, acteurs en audio behoorlijk vernieuwend. Uit het hele land kwamen mensen de tentoonstelling bekijken. Nu, ruim tien jaar later, is het tijd voor iets anders. “Ik zie er echt naar uit,” zegt Klinkert enthousiast.
Parelsnoer
“Een vaste presentatie maak je voor vijf jaar, maximaal tien,” vertelt Klinkert. “Dan heeft iedereen het wel gezien en moet je met iets anders komen.” We drinken koffie in het Museumcafé, met stagiaire Lisette Ashman. “Om allerlei redenen, waaronder covid, werd de vernieuwing van de presentatie van de Alkmaarse stadscollectie steeds uitgesteld. Inmiddels ligt het ontwerp voor nieuwe inrichting van het souterrain klaar. We zijn nu bezig met afstemmen met de bouwers, en gelden werven.” Een deel van de subsidies is al toegekend. Eind 2023 gaat de huidige opstelling weg, in januari of februari 2024 wordt begonnen met de verbouwing. Zomer 2024 moet alles klaar zijn. Klinkert kent de stadscollectie inmiddels door en door. Samen met een projectteam bestaande uit ondermeer een scenarioschrijver, een educator, een grafisch ontwerper en belichter Maarten Warmendam bedacht ze nieuwe presentatievormen. “Die creatieve samenwerking is het allerleukste aspect.” De toekomstige opstelling over de Alkmaarse historie wordt één tentoonstelling, in plaats van de huidige twee (Alkmaars Ontzet en Alkmaar in de Gouden Eeuw). De ruimte blijft gelijk, het ‘keldergevoel’ moet eruit. “MDF-plaat op de betonnen muren, lichte kleuren, iets anders op de vloer. Langs de wand komt een parelsnoer van voorwerpen en schilderijen. Een omloop die zicht geeft op Alkmaar van de 16e tot de 20e eeuw, een soort kader. Het oudste voorwerp uit de collectie is een gewelfsschoteltje van het kleermakersgilde uit de Grote Kerk, uit 1518.” In vier binnenzalen worden specifieke thema’s uitgelicht: schilder en tekenaar Klaas van der Heck, van wie het museum veel werk bezit (o.a. Gezichtjes op Egmond), Alkmaarse schuttersstukken, Landgoed Nijenburg, en het Beleg van Alkmaar. “We vertellen het verhaal van Alkmaar net als nu vanuit verschillende perspectieven. Met minder herrie, en met ruimte voor familiebeleving. We hopen dat mensen in de toekomst speciaal voor de vaste presentatie naar Alkmaar komen, niet alleen voor de tijdelijke tentoonstellingen.”
Museum voor Alkmaarders
De stadscollectie is eigendom van de stad Alkmaar. “Het museum is van Alkmaarders. We willen Alkmaarders het gevoel geven dat de collectie hún collectie
is. Iedereen moet het er naar zijn zin hebben. Twee keer per jaar nodigen we iemand uit om een mini-expositie in te richten rond een voorwerp naar keuze, en we overwegen lezingen of diners op zaal te organiseren.” Stedelijk Museum Alkmaar (1875) was in eerste instantie gevestigd aan de Breedstraat, waar speciaal voor dat doel in 1873 het eerste Alkmaarse museum werd gebouwd. Van 1968 tot 2000 zat het museum in het oude schuttersgildehuis aan de Doelenstraat. Het huidige museum aan het Canadaplein is in 2012-2014 geheel gemoderniseerd. De maquette van de stad die twintig jaar lang in de entreehal stond, verhuisde naar het Stadskantoor. “Dat was een moeilijke beslissing, echt een gevalletje Kill your darlings,” zegt Klinkert. “We moesten ruimte maken voor extra kluisjes voor de huidige Van Gogh-tentoonstelling. De toegang tot het souterrain is nu tijdelijk aan het zicht onttrokken.” Momenteel zijn enkele vitrines leeg. “De muntstukken zijn terug naar de familie van wie we ze in bruikleen hadden, een groot schuttersstuk verhuisde voor een maand naar het Stadshuis voor de tentoonstelling ‘Met eigen ogen’. Net als de ruitersperen, en wat kogels uit het depot.”
Zeventiende Eeuw
In de nieuwe opstelling komen ‘familiestations’ waar wat te beleven valt voor jong en oud. “De weegschaal in de huidige Victorie-tentoonstelling is populair bij kinderen en schoolklassen,” vertelt Klinkert. “Spelenderwijs bezoekers betrekken bij de Alkmaarse historie is een prima manier om kennis, historisch besef en enthousiasme overbrengen.” Klinkert vertelt dat er veel wordt nagedacht over de looproute. “Mensen komen nu vaak binnen via de zaal op de begane grond. Het voelt logisch om ze zo naar het souterrain te leiden.” Bewegwijzering is belangrijk, en het inlassen van pauzemomenten – bezoekers kunnen maar zóveel informatie opnemen. “Audio blijft belangrijk, maar op een andere manier. Het Alkmaarse slavernijverleden, waar nu al lesmateriaal over bestaat, krijgt in de nieuwe presentatie een prominentere plek. Ook vrouwen krijgen meer aandacht. En de gevoelig liggende term ‘Gouden Eeuw’ vervangen we door het neutrale ‘Zeventiende eeuw’.”
Stagiaires
“Onze stagiaires zijn heel belangrijk voor ons,” zegt Klinkert. “Ik heb lijstjes met onderwerpen waarmee studenten – meestal studeren ze Kunstgeschiedenis – aan de slag kunnen. Zij hebben tijd en focus en kunnen doen waar ik niet aan toe kom. Soms levert het iets op, ook geen resultaat is resultaat.” De stage van Kunstgeschiedenis-studente Lisette Ashman is een pareltje. Lisette doet onderzoek naar de Alkmaarse tijd van de 17e-eeuwse schilder en tekenaar Lambert Doomer uit Amsterdam. Doomer verbleef in het Mannengasthuis in Alkmaar. Lisette ontdekte dat veilinghuis Christie’s recent een werk van Doomer had verkocht aan een Nederlander. Ze wist de koper te achterhalen en slaagde er in een afspraak te maken. “Echt heel spannend en interessant.” Lisette verheugt zich op verder onderzoek. De resultaten van Lisettes stage zijn een buitenkans om de Alkmaarse kunstgeschiedenis op een nieuwe manier op de kaart te kunnen zetten en op een schild te hijsen. “We gaan er vast en zeker een mooie tentoonstelling over maken,” besluit Klinkert. “In 2027, denk ik.” In Alkmaar is een straat vernoemd naar Doomer: de Lambert Doomerstraat in De Hoef.